, [], Whether the Old Law enjoined fitting precepts concerning rulers?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik gaf u een [36]koning in Mijn [37]toorn en nam [38][hem] weg in Mijn verbolgenheid. 36. Saul. Sommigen duiden het op den eersten koning der tien stammen, Jerobeam, die uit Efraim was en Israel bedorven heeft, gelijk boven is aangetekend. 37. Zie 1 Sam.8:7,8; 1 Kon.11:33; boven hfdst.8 vs.4. 38. Saul; zie 1 Sam.15:23, en 1 Sam.16:1, en 1 Sam.31:4,6. Sommigen zetten het over:Ik zal [hem] wegnemen, enz., duidende dit op den laatsten koning der tien stammen, Hosea, die van Salmanasser is overheerd, en in welken het koninkrijk van Israel een einde heeft genomen, 2 Kon.17:. Vergelijk boven hfdst.10 vs.3,7,15. Anderen verstaan het in het algemeen van de koningen der tien stammen, met welken God hier te doen heeft, [vergelijk boven hfdst.7 vs.16, en hfdst.8 vs.4], en zetten het over: Ik geef een koning, enz. en neem [hem] enz.